Hebt u Liang Xiangyi al met haar ogen zien rollen? De financieel journaliste uit Sjanghai kon haar ergernis niet onderdrukken toen een collega een ellenlange, slijmerige, ongetwijfeld voorgekookte vraag stelde tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het Chinese Volkscongres. De staatstelevisie nam het incident per ongeluk op, en het clipje van Liangs theatrale gebaar werd binnen een paar uur een grote hit op internet. Giechelende tienerjongens deden het na. Slimme handelaren lieten snel T-shirts drukken met de beeltenis van Liang. Deze vrolijke spot was de Chinese censoren te bar. Het werd het ‘mediapersoneel’ verboden om nog maar enige aandacht te besteden aan de ‘hype’. Inmiddels is het clipje in China niet meer te bekijken. Het lot van Liang is onduidelijk.
Eerder deze maand veranderde het Volkscongres de grondwet, waardoor president Xi Jinping kan aanblijven zolang het hem goeddunkt. Vanaf nu leeft China politiek gezien in een eindeloos moment. Dat sluit aan bij een onderstroom in het Chinese denken die westerlingen gemakkelijk missen, leerde ik van sinoloog Stefan Landsberger, die ik ooit sprak voor het Rathenau Instituut. Wij westerlingen denken dat welvaart op een of andere manier samenhangt met democratie. China denkt dat welvaart samenhangt met orde. En niet zomaar met een of andere historisch gegroeide orde, nee: met de kosmische orde.
“China is een autocratisch land”, zei Landsberger. “De bestuursstijl is bevoogdend en paternalistisch.” Hij zag een directe link met het confucianisme. Confucius, een Chinese wijsgeer uit de vijfde eeuw voor Christus, zei dat ‘er maar één zon aan de hemel staat’. Met andere woorden: het Middenrijk kan maar één leider kennen. De kosmische wet zorgt ervoor dat de meest deugdzame leider vanzelf komt bovendrijven, en het volk zal spontaan geneigd zijn om diens goede voorbeeld te volgen. Harmonie alom.
Deze gedachtegang impliceert dat een leider eigenlijk geen andere opvattingen naast de zijne kan dulden, legde Landsberger uit. Als iemand de impuls voelt om in debat te gaan met de leider, kan dat alleen maar betekenen dat de leider niet volledig deugdzaam is geweest. Bij volledige harmonie zou simpelweg niemand de neiging hebben om kritiek te uiten. Zodra burgers andere gedachten hebben dan de leider, is hij zijn mandaat van de kosmos kennelijk kwijt, en is hij dus niet langer de belichaming van de eeuwige orde. Op praktisch niveau betekent dit dat dissidente impulsen – hoe speels of terloops ook, zoals het gebaar van de financieel journaliste – de kop moeten worden ingedrukt. Niet eens zozeer om inhoudelijke redenen. Eerder omdat het blote bestaan van een alternatieve kijk het morele gezag van de leider aantast.
Zelf ben ik bepaald geen China-kenner, maar die mentale wereld is me wel enigszins vertrouwd. Als tiener ben ik namelijk volop in de I Tjing gedoken, een drieduizend jaar oud Chinees orakelboek dat jouw kleine leventje plaatst in, jawel, de kosmische orde. Door wat dan ook te doen (bijvoorbeeld muntjes gooien) druk je onvermijdelijk je plaats in die orde uit. En op grond van jouw positie in die orde kan het boek zeggen hoe jouw situatie zich zal ontwikkelen volgens, alweer, de kosmische wetten. Die echo uit de kosmos vond ik indertijd fijn, want ik voelde me vaak nogal verloren. Wel viel op dat de kosmische orde heel hiërarchisch was ingericht. Vader had het ‘natuurlijke’ gezag over vrouw en kinderen, en alleen als iedereen zich netjes schikte in zijn rol zou er vrede zijn. Het aloude patriarchale verhaal dus, bekrachtigd door ‘de kosmos’. Vreemd toch dat de kosmos altijd vrouwen onder de duim wil houden.
En dan nu de clou: Confucius was dol op de I Tjing; hij droeg de tekst altijd bij zich op bamboebladen. En president Xi is naar verluid dol op het confucianisme; hij maakt er opvallend veel werk van in zijn toespraken. Dat oneindige presidentschap past maar al te goed in de confucianistische logica.
Persoonlijk krijg ik het Spaans benauwd van politici die zich beroepen op een kosmische (of goddelijke, of natuurlijke) orde. Ik bepaal graag zelf wat ik als harmonie ervaar. Mijn heil zoek ik inmiddels niet meer bij de I Tjing, maar bij de Franse filosoof Claude Lefort. Voor Lefort was de fundamentele politieke tegenstelling die tussen democratie en totalitarisme. En dan is het simpel: mensen vastzetten in een onveranderlijke orde is totalitair.