Koan

‘Een monnik hangt te bungelen aan een tak. Zijn spieren verzuren. Onder hem wacht een hongerige tijger. Wat moet de monnik doen?’ Zenraadsels als deze zijn zodanig ontworpen dat het verstand geen uitvlucht meer kan bedenken. Een logisch antwoord is er niet. De weg loopt dood. Je kunt het raadsel, de koan, alleen ‘oplossen’ door een passende reactie. Je ademt bijvoorbeeld diep en lang uit, waarmee je te kennen geeft: ‘Wat komt, dat komt. Ik zie geen uitweg. Ik zie alleen dat de onmogelijke situatie waarin ik me bevind onlosmakelijk samenhangt met hoe ik de situatie begrijp.’

Sinds het referendum over de Brexit verkeert het Verenigd Koninkrijk in een kramp. Correspondent Patrick IJzendoorn verwoordde de situatie vorige week treffend: “Wint de strijdbare premier die ‘de volkswil’ verdedigt, of het parlement, dat het volk vertegenwoordigt?” Dat volk praat dus in raadselen, want het zegt tegelijk No Deal-Brexit (Johnson) en No No Deal-Brexit (parlement). Wat is hier de uitweg? Hoe gaan de Britten hun koan oplossen? Geen idee. Ik weet alleen dat het vastbijten in ‘de uitspraak van het volk’ hier niet meer gaat helpen. De ontspanning, de opening, zal komen door een ander begrip van wat het volk nu eigenlijk zegt. Door een andere manier van luisteren dus eigenlijk.

‘Als je mensen een vraag stelt, geven ze niet per se antwoord op de gestelde vraag. Het kan heel goed zijn dat ze een aangrenzende vraag beantwoorden’, merkte de grote Israëlische psycholoog Daniel Kahneman ooit op in internettijdschrift Edge. De vraag gaat officieel misschien over een onderwerp waar mensen niet zo diep over hebben nagedacht, lichtte Kahneman toe, en in plaats van te moeten zeggen ‘geen idee’, geven ze dan liever antwoord op een verwante vraag die voor hen dichterbij ligt. ‘Denkt u dat het Verenigd Koninkrijk er beter aan toe zal zijn als het uit de Europese Unie stapt?’ lijkt me typisch zo’n vraag die mensen niet goed kunnen overzien. Daar is de Europese bureaucratie veel te ingewikkeld voor. En dus geven ze antwoord op een verwante vraag, bijvoorbeeld iets in de trant van: ‘Heeft u het idee dat het beter met u gaat sinds ons land lid is van de Europese Unie?’

De Britse referendumuitslag over het lidmaatschap van de Europese Unie liet een nipt ‘nee’ zien, en dat is een niet te negeren signaal. Maar van wat? Heeft het volk echt een uitspraak gedaan over een causale relatie (‘Het Verenigd Koninkrijk heeft wel/niet baat bij de Europese Unie’)? Of was die vraag te ver weg, te ingewikkeld, en hebben ze in plaats daarvan gereageerd op een verwante vraag die dichterbij ligt? Bijvoorbeeld: ‘Sinds het Verenigd Koninkrijk lid is van de Europese Unie ben ik wel/niet tevreden over de samenleving.’ In dat geval laat het referendumuitslag zien dat de meerderheid ontevreden is, maar hoeft die ontevredenheid niets te maken te hebben met de Europese Unie. De vraag ‘Sinds Oasis uit elkaar is, ben ik wel/niet tevreden over deze maatschappij’ had hetzelfde antwoord opgeleverd. Blijven hameren op de referendumuitslag en daarmee de ontstane patstelling verdiepen, gaat alleen maar meer pijn opleveren. Je zou, met Kahneman in de hand, misschien beter kunnen onderzoeken welke vraag het volk nu eigenlijk heeft beantwoord.

Een raadsel is ook waarom veel Britten niet luisteren naar hun eigen experts die waarschuwen dat een harde Brexit een bloody mess gaat worden. Concluderen dat de gewone Britten kennelijk te dom of te benepen zijn om dat te snappen, is niet zo behulpzaam. Luister dan liever naar de grote Duitse socioloog Max Weber. Ergens begin vorige eeuw vroeg Weber vertwijfeld aan Amerikaanse arbeiders waarom ze bleven stemmen op politici die hun taak nauwelijks aankonden en die hen – de arbeiders dus – in de praktijk als een baksteen lieten vallen. De arbeiders antwoordden: ‘We spugen op die politici. We kijken op ze neer. Maar als deze politici vervangen gaan worden door deskundige en gekwalificeerde mensen, dan spugen die op ons.’ Kortom: ze werden nog liever bestuurd door narcistische sukkels dan door experts die openlijk op hen neerkeken. Het gevoel vernederd te worden is één van de ergste dingen die een mens kan overkomen. Dat kunnen technocraten die de voordelen van Europa ‘nog één keer zullen uitleggen’ in hun oren knopen.