“Natuurlijk neem ik mijn contacten mee, maar ik denk juist dat dat goed is”, zegt Marlies de Ruiter. Jarenlang werkte De Ruiter bij de OESO, waar ze plannen ontwierp om belastingontwijking tegen te gaan. Nu is ze in dienst bij belasting- en accountantsbureau EY; bedrijven kunnen bij haar aankloppen voor een belastingadvies op maat. Moet u nu uw idealen achterlaten?, vraagt de journalist van NRC Handelsblad. “Ik heb inmiddels geleerd: je idealen zitten in jezelf”, reageert De Ruiter.
Wat mij interesseert aan het verhaal van De Ruiter is dat ze kennelijk vertrouwt op haar vermogen om als professional over zichzelf te oordelen. Die eigenschap deelt ze met Ivan Iljitsj, de hoofdpersoon van Tolstojs novelle De dood van Ivan Iljitsj. Rechtsdienaar Ivan heeft ‘een buitengewoon vermogen zijn echte leven van de ambtelijke kant van de zaken te scheiden en die twee niet door elkaar te laten lopen’, schrijft Tolstoj. Ivan staat zichzelf toe om ‘het menselijke en ambtelijke met elkaar te vermengen’. Ivan voelt namelijk dat hij er op elk moment voor kan kiezen om de menselijke betrekkingen te laten vallen en zijn ambtelijke rol weer aan te nemen. ‘En hij deed het allemaal even soepel, aangenaam, voorkomend en zelfs artistiek’, verzekert Tolstoj.
Dat schakelen tussen het persoonlijke en het zakelijke verloopt bij mij helaas heel wat minder soepel en artistiek. Als zelfstandig kenniswerker moet ik het hebben van mijn contacten. Ik neem deel aan discussiebijeenkomsten, zuig de inzichten op van de mensen die ik spreek, laaf me aan mijn leesclubjes. Ik geniet ervan, want ik vind dit slag mensen leuk. Ik word er beter van, want ik krijg steun en gerichte tips. En ja, uit dit netwerk komen ook opdrachten voort. Eigenlijk volg ik helemaal het boekje van de eigentijdse zelfstandige: heb oprecht plezier in je netwerk en geef en neem op geëigende momenten. Goed bezig Slob!
Alleen voelt het niet altijd goed. Want hoe integer ben je eigenlijk nog als je zo afhankelijk bent van je netwerk? Zelf recenseer ik geregeld non-fictieboeken voor deze krant. Vaak ken ik de schrijvers, of kan ik hen in ieder geval goed plaatsen. Ik zie niet hoe dat anders kan; als je niet bent ingevoerd, weet je niet wat je leest en is je oordeel dus weinig waard. Natuurlijk zijn er richtlijnen; zo zal ik geen boeken van vrienden recenseren. Maar hé, ik vind heel veel mensen aardig. Wanneer noem je iemand eigenlijk een vriend? Als je bij elkaar op verjaarsvisite komt? Als je merkt dat je naar een persoon toetrekt die je geregeld tegenkomt op openbare gelegenheden? Of – oei – hangt het antwoord misschien af van hoe hard ik een klus nodig heb? Ik doe werkelijk mijn best om integer te zijn, maar ik vrees dat ik het talent ontbeer van Ivan Iljitsj – en wellicht van Marlies de Ruiter – om altijd haarfijn aan te voelen wanneer mijn zakelijke contacten te warm worden, of de belangen te verstrengeld, om nog van een onafhankelijk oordeel te kunnen spreken. ‘Laat mij maar buitenlandse boeken recenseren’, verzucht ik soms laf.
Iedereen die op aarde leeft heeft belangen. Integer te werk gaan kan dus niet betekenen dat je belangeloos bent. Het betekent eerder dat je helder bent over de doelen die je dient. Als je op de loonlijst staat, is dat betrekkelijk simpel: je dient het doel van de organisatie die jou betaalt. Als flexibele zelfstandige moet je jezelf moreel scherp houden – wetende dat jouw kritische professionele oordeel vaak gevolgen heeft voor je kansen op een volgende klus. Uiteindelijk komt het aan op je eigen ruggengraat, daar heeft De Ruiter gewoon gelijk in. Maar ik vind het pittig om te midden van al die hybride belangen mijn eigen rechter te moeten zijn. Zonder exoskelet van gedragscodes en protocollen afgestemd op een hoger organisatiedoel.
Ruim één miljoen Nederlandse zelfstandigen leeft van klus naar klus en dient dus onvermijdelijk meerdere doelen. In hun fluïde wereld neemt integriteit noodzakelijkerwijs andere vormen aan. Ik weet niet exact welke, en zoek en denk graag mee. Maar één ding weiger ik: als zelfstandige afgerekend worden op een interpretatie van integriteit die alleen haalbaar is voor mensen in loondienst. Dat is lui en gemakzuchtig. Dat is moreel falen organiseren.