Voor mijn verjaardag mocht ik mee naar Lazarus, de musical over – ja, wat eigenlijk? Vraag me niet het verhaal na te vertellen, maar u weet wel, die musical met songs van Bowie. Mooie avond, goede band, bedwelmende videoclips, en Life on Mars klonk nog dagen na in mijn hoofd. Net als bij miljoenen andere mensen heeft Bowie zich diep genesteld in mijn verbeeldingswereld. Vanwege zijn onvergetelijke liedjes en blitse pakken natuurlijk, maar ook omdat hij de samenleving een zwieper heeft gegeven waarvan we nog steeds niet bekomen zijn.
Voor wie het wil zien, bevat popcultuur altijd maatschappijkritiek – en rond 1970 verliep die kritiek nogal expliciet langs de logge marxistische lijnen van ‘de arbeiders’ versus ‘de kapitalisten’. Bowie deed daar niet zo aan mee, maar apolitiek was hij zeker niet. In feite was hij de echte revolutionair, want met zijn ontwrichtende, bewuste ambiguïteit zette de popster de hele goegemeente aan het denken over eerdere vanzelfsprekendheden. ‘Bowie verlegde het maatschappelijk debat van klasse naar gender’, merkt Christopher Frayling op in de catalogus bij de grote Bowietentoonstelling van een paar jaar geleden. En inderdaad: luister naar Rebel Rebel uit 1974: You’ve got your mother in a whirl / cause she’s not sure if you’re a boy or a girl. Die hedendaagse commotie over fluïde seksuele identiteiten en transkinderen – helemaal Bowie!
Fysiek komt Bowie mannelijk over, met die strakke kaaklijn van hem. Maar hij draagt met graagte make-up en jurken, en het maakt hem niet uit of hij vrijt met een man of een vrouw. ‘Stop me niet in een hokje’, lijkt hij te zeggen. ‘Denk maar niet dat je me vast kunt pinnen.’ Hij eist de vrijheid op om zichzelf naar eigen inzicht en believen te presenteren aan de wereld. Daarmee is hij een absolute trendsetter gebleken.
En er is meer. Je zou het bijna vergeten omdat hij zo wereldberoemd stierf, maar in juli 1973 nam Bowie een enorme gok. Tijdens het laatste optreden van zijn Ziggy Stardust-tour, in het Hammersmith Odeon theater, verklaart hij zijn alter ego publiekelijk dood. Stel je voor! Vijf jaar lang, vanaf zijn zeventiende, had hij al geprobeerd het te maken. Na tal van flops brak hij eindelijk door met Space Oddity, en nu, als Ziggy, is hij echt een ster. Niets ligt meer voor de hand dan dit succes uit te melken. Maar net zo min als hij zich wil schikken naar klasse of geslacht, wil hij zich laten opsluiten in zijn creatie. Ziggy moet het veld ruimen voordat deze publieke persona een keurslijf wordt. Wat een lef, wat een vrijheidsdrang!
Zijn leven lang is Bowie zichzelf opnieuw uit blijven vinden. Als eerste popster ooit creëerde hij steeds nieuwe personages en bleef hij zijn look veranderen. Zeker, zo wist hij mysterieus te blijven, maar ik denk dat dit meer was dan een gimmick. Het past bij zijn filosofie. In een interview voor een muziektijdschrift omschreef hij zichzelf ooit als ‘hybride’ en zei hij: ‘Je bent de mensen die je gisteren was, en eergisteren, en tien jaar geleden.’ Bowie distantieert zich niet van zijn eerdere publieke verschijningen. Die persona’s zijn geen spelletje, hij is ermee verbonden. Maar tegelijkertijd weigert hij om zich tot één ‘ware’ identiteit te laten beperken.
Precies die fluïditeit en beweeglijkheid mis ik in de huidige identiteitspolitiek. Niet dat ik praten over identiteit politiek triviaal vind. Breng vooral in hoe onrechtvaardig bestaande maatschappelijke verhoudingen en arrangementen voor iemand met jouw sociale kenmerken uitpakken, of het nu je geslacht, je afkomst, je beroep of je seksuele voorkeur betreft. Want het is, om met John Berger te spreken, ‘van het grootste belang dat er nooit meer een verhaal verteld zal worden alsof dat het enige, officiële verhaal is’. Breek die bestaande verhalen dus open en laat de veelheid aan ervaringen zien!
Maar identiteitspolitiek is daarvoor eigenlijk een misleidende benaming. Het politieke doel zou immers niet moeten zijn om je met gelijke types in een bolwerk te verschansen en macht naar je toe te trekken, maar om meerstemmigheid en diversiteit te bereiken. En gun die ook jezelf. Wees als Bowie: eis vooral het recht op om je te presenteren zoals je wilt. Maar blijf ondertussen spelen, sta licht op je voeten. Zet jezelf nooit vast in één verhaal.