Klimaatverandering dwingt ons na te denken over de toekomst, zo simpel is het. Maar hoe doe je dat goed? Voor Lichtkogel, het ’trendcahier’ van Rijkswaterstaat, schrijf ik op verzoek een column.
‘De mens is het dier dat kan nadenken over de toekomst. Maar erg goed zijn we daar niet in. Denkend aan de toekomst overdrijven we vooral wat we nu zien. We trekken lijnen door die we al kennen.
Nadenken over wat klimaatverandering ons zal brengen, gaat ons al helemaal niet goed af. Het klimaat is dermate complex dat alle extrapolaties van één lijn eigenlijk een beetje belachelijk zijn. Niemand kan het toekomstige klimaat deugdelijk voorspellen. Terwijl we wél weten dat wij het klimaat zelf aan het veranderen zijn.
Die situatie is superspannend – en ik bedoel ‘spannend’ in de volle rijkdom van het woord: griezelig en opwindend tegelijk. Daar sta je als denkend mensje. Met je betere ik snap je dat je verantwoordelijkheid behoort te dragen voor wat je doet, namelijk: het klimaat veranderen. Maar wat vraagt dat concreet van je? Zelfs met alle kennis van de wereld staar je nog in de bek van een open, onzekere, onbestemde toekomst.
Als wij, Nederlandse burgers van nu, flink in de bus blazen, zal het onze tijd vermoedelijk wel duren. De meest ontwrichtende gevolgen van klimaatverandering zullen op het bordje van toekomstige generaties terechtkomen. Wat betekent dat moreel gesproken? Op welke manier kun je eigenlijk verantwoordelijkheid dragen voor cumulatief gedrag waarvan je de gevolgen niet goed overziet en dat pas na jouw dood tot mogelijk desastreuze consequenties zal leiden? Met die vraag hebben we als beschaving nog niet echt geoefend.
Maar ik ken wel pioniers: wateringenieurs. Ik ben behoorlijk onder de indruk van de manier waarop zij onze delta flexibel proberen te ontwerpen door structureel rekening te houden met onbestemde gebeurtenissen. Deels doen ze dat om intellectuele redenen, begrijp ik. Het klimaat is nu eenmaal te ingewikkeld om te voorspellen, dus is het goed om ruimte in te bouwen voor toekomstige informatie. Maar ook vanuit een democratisch besef: de deltabewoners van de toekomst vinden wellicht andere dingen mooi, fijn en belangrijk dan wij. Mogen ze? Als je toekomstige burgers echt serieus neemt, laat je zoveel mogelijk handelingsruimte voor hen open, en confronteer je hen zo min mogelijk met jouw in beton gegoten plannen. Verantwoordelijkheid nemen voor toekomstige generaties betekent: zorgen voor de mensen van straks, en tegelijkertijd voluit accepteren dat ze wellicht anders zijn dan wij. Je gunt ze niet alleen een toekomst. Je gunt ze een open toekomst.’