U weet: het onbezonnen ontginnen van big data bedreigt onze privacy. Mogelijk heeft u zelfs uw handtekening al gezet om het referendum over de sleepwet af te dwingen. Ik heb dat zojuist gedaan. Maar eigenlijk maak ik me persoonlijk drukker om een ander effect van al dat gezoek naar patronen in bijeengegaarde informatie over groepen mensen: de uitwerking daarvan op onze solidariteit.
Kijk naar wat er gebeurt rondom zorg. Als je vroeger ziek werd, was dat gewoon flink balen, maar je wist: ziekte hoort nu eenmaal bij het menselijk bestaan. Vanuit dat besef hebben we als groep een fonds opgericht. Ieder van ons stopt er geld in en op het moment dat je ziek wordt, haal je uit het fonds wat je nodig hebt. De ene groepsgenoot zal in de praktijk vaker een greep uit de pot doen dan de ander, maar daar zeuren we niet over, want ziek is ziek en het is erg genoeg als dat lot jou treft.
Ziek zijn hoort nog steeds bij het leven. Maar inmiddels hoort een aandoening ook bij een of ander risicoprofiel. Jij bent wellicht het slag mens met een verhoogde kans op diabetes, borstkanker, een sportblessure, een muisarm. Life is a bitch, dus die risico’s zijn niet eerlijk over de groep verdeeld. Zodra je weet wat je profiel is, ligt desondanks onmiddellijk de vraag op tafel wat je eraan doet om die aandoening waar jij extra vatbaar voor bent te voorkomen. Als je echt ziek wordt, ga je de groep immers geld kosten. Opeens zitten we dus niet meer allemaal in hetzelfde schuitje. Hoe meer kennis we vergaren over risicoprofielen, hoe meer de groep uiteenvalt in subcategorieën. En dat doet iets met solidariteit.
Hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer maakte ooit een zinvol onderscheid tussen waarschijnlijkheid en risico. Waarschijnlijkheid gaat over blinde kansen. Je hebt geluk – of pech. Als pechvogel ontwikkel je bijvoorbeeld spierdystrofie, of moet je zien te leven met een of andere ondermijnende allergie. Mensen tonen zich gewoonlijk behoorlijk solidair met een groepsgenoot die door pech wordt getroffen, aldus De Beer. Jij kunt er ook niets aan doen, en jouw lot had evengoed het mijne kunnen zijn, dus betalen we met liefde jouw zorgrekeningen uit de gezamenlijke pot.
Risico’s zijn daarentegen niet blind. Zij geven aan hoeveel kans jij loopt op een bepaalde aandoening – en opeens stroomt de solidariteit heel wat minder gemakkelijk van medemens naar medemens. Heb jij aanleg voor hartproblemen? Vervelend voor je, maar wil je dan wel de roomboter laten staan alsjeblieft? Want als jij niet een beetje je best doet, neemt de kans toe dat jij een beroep moet doen op de gezamenlijke pot. En dan gaat mijn premie omhoog, omdat jij te belazerd bent om te zorgen dat je niet ziek wordt. Zo maakt kennis over risico’s dat we elkaar de maat gaan nemen. Ongemerkt worden we elkaars politieagenten.
Ik weet dat de zorgkosten de pan uit rijzen, en ik vind dat daar iets aan moet gebeuren. Maar op deze manier wil ik eigenlijk helemaal niet denken over gezondheid en ziekte. Ik wil niet hoeven oordelen in hoeverre mijn medemensen hun lijden over zichzelf afroepen, en in hoeverre zij mij daarmee op kosten jagen. Natuurlijk zit dat trekje wel in mij; niets berekenends is mij vreemd. Ik kies bijvoorbeeld zonder schroom voor een autoverzekering waarbij ik minder premie betaal naarmate ik minder ongelukken maak. ‘Die korting heb ik wel verdiend’, denk ik dan. Maar als het op leven, lijden en dood aankomt zou ik liever gewoon blind solidair zijn.
Eigenlijk wil ik dus beschermd worden tegen mijn eigen venijn. Ik verlang naar een zorgstelsel dat mij weghoudt van de menselijke neiging om het eigen gedrag af te zetten tegen dat van anderen. Ik zou willen dat de politiek niet kletst over het eigen risico, maar bedenkt hoe het zorgstelsel solidair kan blijven nu big data in rap tempo steeds specifiekere kennis over risicoprofielen levert. Hoe arrangeer je dan de solidariteit tussen zieke en nog-niet-zieke mensen? Vraag mij niet hoe dat moet. Ik heb slechts een voorspelling: als we niet ingrijpen, zal profielenkennis de groep steeds verder uit elkaar drijven. Solidariteit heeft altijd baat gehad bij een zekere blindheid. Wat doen we nu we zien?