Van alle liedjes uit de top 2000 die de afgelopen dagen voorbij zijn gekomen, blijft er eentje hardnekkig hangen: Karma Police van Radiohead. Omdat het een steengoed en geheimzinnig liedje is natuurlijk. Ik zoek de officiële videoclip nog eens op en zie een auto over een donkere landweg rijden. De auto blijkt een rennende man op de hielen te zitten. ‘Dat krijg je ervan’, zingt Thom Yorke op de achterbank. De man – strompelend, uitgeput – draait zich om en kijkt naar wat hem achtervolgt. De auto stopt en rijdt zelfs achteruit, maar laat een spoor benzine na die de trillende man met een lucifer aansteekt. De clip eindigt in een vlammenzee.
Waar gaat dit precies over? Karma Police, zingt Thom Yorke. En ik moet aan Edith Schippers denken. Minister Schippers heeft zich het afgelopen jaar uitgelaten over het begin én het einde van het leven. Ze kwam met een wetsvoorstel dat het begrip ‘voltooid leven’ een juridische status moest geven. Er volgde gedoe over de definitie (wanneer is een leven voltooid?) en over de definitiemacht (wie bepaalt dat?), maar Schippers legde haar principe zo uit: ‘Wie ben ik om tegen een ander te zeggen dat hij moet doorleven?’ Wat later dat jaar verklaarde de minister aanstoot te nemen aan de 30.000 abortussen die in dit land jaarlijks worden voltrokken. Nog een principe van Schippers: ‘Abortus is geen verkapte anticonceptie’.
Nee. En ik geloof niet dat er ook maar één vrouw is die dat zo ziet. Abortus is het om zeep helpen van pril nieuw leven. Soms is dat de minst slechte beslissing, maar een heldere keuze is iets anders dan een lichtvaardige keuze. De minister zal beamen dat een crisis met tijdsdruk om handelen vraagt – en dat is precies de situatie waarin ongewenst zwangere vrouwen zich bevinden. Het treuren komt later wel. Meerdere van mijn vriendinnen hebben een abortus achter de rug en allen zeggen dat ze nog steeds geloven dat hun moederschap op dat moment een ramp zou zijn geweest. Ondertussen raakt die zwangerschap wel iets. Eén vriendin stelde de afspraak met de kliniek nog even uit omdat ze zo onder de indruk was van haar zwangere lichaam en opbollende borsten. Frivool? Ach. Zij was een jonge vrouw in een situatie die groter was dan ze kon bevatten.
In haar spookboek De geest geven schrijft Hilary Mantel: “Je denkt aan de kinderen die je had kunnen hebben, maar niet hebt. Als de vroedvrouw zegt: ‘Het is een jongen’, waar gaat het meisje dan heen? Als je denkt dat je zwanger bent, maar je bent het niet, waar gaat het kind dan heen dat zich in jouw gedachten al gevormd heeft? Je houdt het opgeborgen in een laatje van je bewustzijn, als een kort verhaal dat niet van de grond kwam na de beginzinnen.” Mogelijkheden van leven blijven je bij. Ik kan dat weten, want ik heb een paar miskramen gehad – iets wat nog veel vaker gebeurt dan 30.000 keer per jaar. Voor mij zijn die miskramen een zachte pijn over wat had kunnen zijn. Maar ik heb geen beslissing genomen, er is mij iets overkomen. En dat, zo is mijn indruk, maakt veel uit. Ik heb geen spookkinderen met een naam en een verjaardag. Mijn vriendinnen die zich hebben laten aborteren veelal wel. Hun mogelijke kinderen blijken tot hun verrassing met de jaren eerder te groeien dan te vervagen.
Elk leven houdt eens op, maar welbewust een leven stoppen is een zware daad met een brede sleep. Daarom kan ik alleen maar zorgelijk kijken zodra Schippers praat over voltooid leven. Wat is het om te beslissen dat een leven voltooid is? En wat doet die daad met de helpers? We hebben geen idee. Ik ben bang dat we onszelf ook rond ‘voltooid leven’ zullen achtervolgen met een daad die niet afzwakt, maar groeit en groeit en gewichtiger wordt.
Karma gaat niet over schuld maar over zwaarte. We rennen voor de auto uit, of zitten op de achterbank, en moeten nu beslissen over leven en dood. Het is niet anders. Maar ons hart kan dat niet goed aan. Het hart wordt zijn eigen politie. En zo hoort het misschien ook. Ondraaglijke lichtheid is immers nog erger.